Mijn reis naar de Shipibo’s in het Amazonewoud van Peru (2).
![](https://wubbehveldhuis.nl/wp-content/uploads/2015/04/Maestro-pene-metsa-300x225.jpg)
De zoon van de sjamaan gaat staan en pakt een forse hoeveelheid palo santo. Dit heilig hout werd door de verre voorvaderen van de Shipibo’s, de Inca’s, al gebruikt voor het reinigen en zuiveren van de geest van negatieve energieën.
De palo santo belandt in een metalen korf en een van de indianen steekt het aan. Dat is wel even iets anders dan een stukje hout van een vinger dik zoals ik gewend ben in Nederland. Daar zijn we al blij met de hoeveelheid rook van een smeulende sigaret en een plezierige lichte zoete odeur. Binnen een paar minuten kan ik geen hand voor ogen meer zien en mijn keel en longen worden daarbij ook nog even flink gerookt. Ademen is heel eventjes onmogelijk. Als de sjamanenzoon klaar is met zijn ritueel gaat hij weer zitten.
Aan de overkant in de maloka gebeurt iets wat ik niet kan zien. Ik hoor wat gerommel en even later krijgen we het signaal dat de eersten zich naar de sjamaan mogen begeven voor een glaasje van het plantmedicijn. Hij vraagt of we un poco menos willen of un poco mas. Ik kies het laatste. Ik ben hier tenslotte niet voor niets en waarom zou ik een klein glaasje nemen? Bovendien was mij ter ore gekomen dat het hier blijft bij één dosis, en niet twee of drie.
![](https://wubbehveldhuis.nl/wp-content/uploads/2018/04/de-bereiding.jpg)
Die smaak, dat went nóóit. Hoe is het toch in vredesnaam mogelijk dat hier in die enorme uitgestrekte Amazone er verschillende Indianenvolken toe gekomen zijn om onafhankelijk van elkaar deze heilige plantendrank te bereiden? Het plantmedicijn maken ze van een combinatie van twee planten die op sjamanistische wijze urenlang gekookt en ingedikt wordt. Uiteindelijk houd je een donkerbruine thee over. De biodiversiteit in de Amazone is enorm: de schattingen lopen uiteen van 80.000 tot enige honderdduizenden verschillende soorten planten. Hoe bedenk je dan dat je nu net die twee planten nodig hebt? Iedere afzonderlijke plant doet namelijk niet zoveel, het gaat ook nog om de combinatie. Mijn westerse ratio raakt verstrikt in een kansberekening. Voor de Shipibo’s is het antwoord heel eenvoudig: de planten vertellen het ons zelf.
Het blijft ongelofelijk. En het bruine goedje is eigenlijk niet eens te drinken, zo vreselijk smerig als dat smaakt. (Zelfs op het moment dat ik dit schrijf gaat er een siddering door mijn hele lijf van walging). Alles in mijn lijf schreeuwt het uit dat ik dit niet moet doen. Eruit met dat spul. Ik slik het door.
Ik schuif langzaam een paar meter op totdat ik voor de zoon van de sjamaan zit. Hij blaast rook in mijn gezicht en maakt met zijn handen een trechter en blaast daardoor de rook op mijn hoofd. Dit herhaalt hij een paar keer. Ik mag weer terug naar mijn plaats.
Minutenlang blijf ik met een niet te beschrijven wrange smaak in mijn mond zitten. Weer begint het lange wachten. Er gebeurt niets. Er is geen muziek, alleen de geluiden van de jungle begeleiden de stilte. Ik probeer in de kakofonie van geluiden een systeem te ontdekken. Soms is er een beest dat er bovenuit klinkt. Het blijft fascineren hoeveel herrie die dieren kunnen maken.
Een paar plaatsen rechts van me hoor ik de eerste geluiden van iemand die de drank niet meer binnen kan houden. Ik zie in de donkerte een schaduw naar voren buigen. Het is geen aantrekkelijk vooruitzicht. Straks ben ik ook aan de beurt. Nu voel ik nog niets.
De sjamaan komt van zijn plaats en neemt in zijn kielzog zijn zoon mee. Hij nestelt zich vlak voor de eerste van ons. We zitten in een cirkel en zijn zoon begint aan de andere kant.
Wat ik gewend ben in Nederland is dat je in een diepgaand persoonlijk en spiritueel proces terecht komt. Dat is hard werken bij tijd en wijle. Hier bij de Shipibo’s is ons te kennen gegeven dat wij niets hoeven te doen. De enige die aan het werk is dat is de sjamaan. Hij doet zijn rituelen en begint dan te zingen.
Ik ben aan de beurt. De sjamaan zet zijn spuugbakje naast hem neer en zoekt mijn flesje pusanga dat ik klaargelegd heb voor hem. Deze magische parfum wordt gebruikt in de spirituele tradities van de Amazone in Peru. De pusanga is twee dagen geleden gemaakt van een speciaal mengsel van planten, bloemen en kruiden. De pusanga beschermt de drager tegen duistere invloeden en het doordrengt je geest zodanig dat je louter liefde aantrekt. Om die reden heeft pusanga de reputatie van het liefdesmedicijn van de Amazone. Na het bereiden wordt de pusanga ingezegend. Dat doet de sjamaan door er in te blazen of te zingen. Soms komt er de heilige tabaksrook van de mapacho aan te pas.
![](https://wubbehveldhuis.nl/wp-content/uploads/2018/04/Pusanga-300x200.jpg)
De sjamaan smeert zijn handen, polsen, hals en gezicht in met mijn pusanga voordat hij begint te zingen. Het is pikkedonker en ik zie alleen zijn vage contouren. Hij gebaart naar me dat ik tegenover hem mag gaan zitten. Ik krijg dat bijna niet voor elkaar. Liever bleef ik liggen, maar ik worstel me toch naar voren. Wat de medicijndrank allemaal doen moet weet ik niet meer. Ik heb geen mooie beelden en geluiden, laat staan inzichten of visioenen, ik voel me alleen maar ziek en beroerd. Ik voel hoe dicht mijn gezicht zijn gezicht nadert. Ik registreer zijn ademhaling. Dan begint hij voluit te zingen voor mij. Ik versta er helemaal niets van. Sommige woorden herhaalt hij en begin ik langzaam te herkennen: cushi cushi en rao. Daar blijft het wel zo’n beetje bij. Cushi betekent kracht. Cushi cushi betekent veel kracht. Rao betekent medicijn en cushi rao betekent sterke medicijn. Hier blijft mijn kennis van de Shipibotaal voorlopig steken. Het enige woord dat ik er later nog bij leer is iráque. Dat betekent bedankt.
Als de sjamaan klaar is pakt hij mijn fles met pusanga en zet hem aan zijn mond. Hij slikt het niet door. Daarentegen krijg ik een pusangadouche van boven tot beneden.
Ik verwachtte nieuwe inzichten, spirituele voeding, visioenen en mooie beelden en geluiden, maar niets is minder waar: ik voel me alleen maar beroerd, zo ziek als een hond lig ik in de maloka ergens in de jungle. Ik vraag mij wederom af waarom ik deze reis ben begonnen.
Lees deel 3:”De Icaro.”